Zuid-Afrikaanse zieners
DE GROENE AMSTERDAMMER | In Zuid-Afrika werd de hunkering naar een nieuw begin, nu in popliedjes te horen, vroeger door profeten vertolkt. Het zwarte Xhosa-volk had Nongqawuse, de witte Afrikaners hadden Siener van Rensburg. Hun apocalyptische visioenen waren niet mals.
Het is te vroeg om hier al over die massale veeslachting van 1856 te beginnen, of over de iets latere vernietigingsvisioenen van een ongeletterde boerenzoon. Nee, we gaan van start met iets positiefs, met een liedje dat ruim 260 miljoen keer is bekeken op YouTube. Klik op de link. Een elektronische beat en kreten in een taal van ver weg. Een vrouwenstem, diep en vol, in de traditie van Nina Simone en Miriam Makeba. ‘Jerusalema ikhaya lami…’ zingt ze in het Zoeloe. De song is opgetuigd met goed geplaatste, bluesy herhalingen. Dit is moderne gospel, gecomponeerd door een jonge Zuid-Afrikaan die zich Master KG noemt en vertolkt door een zangeres die als Nomcebo door het leven gaat.
Op YouTube gaat het vooral om het bijbehorende filmpje, bevolkt door enthousiast dansende zwarte jongeren. Er zijn online-handleidingen voor hun ingenieuze danspassen. Ontelbare gezelschappen, onder wie een groep als monniken verklede Italianen, hebben inmiddels hun eigen interpretaties op het web gezet. De vrolijk schuddende bruine pijen doen ons even dat ellendige 2020 vergeten. Heel even. Want ‘Jerusalema’ is een bedrieglijk lied. Het heeft eenzelfde melancholiek akkoordenschema als ‘Angie’ en ‘House of the Rising Sun’. En de woorden zijn allesbehalve happy. ‘Mijn plaats is niet hier’, zingt Nomcebo. ‘Mijn koninkrijk is niet hier/ Red me! Kom met me mee!’